Now Playing: Der Freischütz
Voor het eerst
Theaterregisseur Christoph Marthaler draait al even mee in de operawereld. Naast (muziek)theaterproducties begon hij in de jaren 90 onder invloed van de Belgische intendant Gerard Mortier opera’s te regisseren. Hij slaagt er steeds in de grote klassiekers van het repertoire te verplaatsen in de ingekapselde werelden waarin de tijd lijkt te blijven stilstaan. Personages dolen er rond en vertellen elk een eigen verhaal. Met veel humor, een vleugje wrange nostalgie en muziek die vaak uit de Duitse romantiek stamt, stelt hij bekrompen, nationalistische denkkaders aan de kaak. Zijn voorstellingen stonden al in de grootste cultuurhuizen van Europa, en nu is hij met zijn lezing van Der Freischütz voor het eerst bij Opera Ballet Vlaanderen te zien. Marthaler zet Webers opera naar zijn hand en dompelt het werk helemaal onder in zijn typerende universum.
Niet geschoten is altijd mis
Der Freischütz vertelt het verhaal van Max, een jonge jager die met zijn geliefde Agathe wil trouwen, maar dat pas mag doen als hij slaagt voor een schietproef – zo schrijft de traditie voor. Alleen heeft Max de laatste tijd geen enkele keer raak geschoten. Hij verstijft bij de gedachte dat hij zal falen, maar gelukkig is Kaspar er om hem te helpen. Die overtuigt Max om samen diep in het bos, op een mysterieuze plek die de Wolfsschlucht heet, enkele vrijkogels te smeden die hem raak zullen laten schieten. Wat Max niet weet, is dat daarvoor zwarte magie nodig is en dat Kaspar een rekening heeft openstaan bij een duister figuur die voor die magie instaat. Hoewel Christoph Marthaler geknipt en geplakt heeft in de originele gesproken teksten en muzikale nummers van Der Freischütz, blijft hij in grote lijnen trouw aan het verhaal dat Weber op muziek zette. Hij gaat aan de slag met de schietproeftraditie die Max doet blokkeren en vereenzamen, en verplaatst het verhaal naar het clublokaal van een jagersvereniging aan de rand van het bos.
Het clublokaal van Anna Viebrock
Dat clublokaal werd vormgegeven door de legendarische scenografe en kostuumontwerpster Anna Viebrock. Al meer dan dertig jaar verzorgt ze de monumentale, troosteloze en afgeleefde decors in Marthalers voorstellingen. Viebrock creëert hyperrealistische interieurs vol details, die even herkenbaar, grappig als spookachtig zijn. Haar beklemmende, dominante ruimtes worden vaak omschreven als ‘een gevangenis’. Er is geen natuur, geen buitenwereld. Ze spiegelen de ziel van de eenzame personages waar Marthaler een patent op heeft. Als geen ander weet Viebrock de geheime verhalen van een ruimte te vertellen, zo ook in Der Freischütz: een bruine, afgeleefde parochiezaal zoals we die overal in Vlaanderen vinden dient als ontmoetingsplaats voor een verstofte jagersvereniging waarvan de leden al eens graag een pintje drinken. Elk aan hun eigen tafeltje, in stilte voor zich uitstarend – zoals het hoort in Marthalers universum.
Webers ‘erste Deutsche Nationaloper’
Het verbaast niet dat Carl Maria von Webers succesopera Der Freischütz op Marthalers lijf geschreven is. De opera werd gecomponeerd in 1821, in een tijd waarin heel wat Duitstalige, romantische kunstenaars de bewustwording van een Duitse culturele identiteit in hun werk thematiseerden. Van een eengemaakt Duitsland was namelijk nog geen sprake: de idee van een natiestaat werd de kop ingedrukt door lokale vorsten binnen een versplinterd Duitstalig gebied. De culturele elite vond het dringend tijd om zich vrij te vechten van die kneuterige heerschappijen, zodat er plaats kon worden gemaakt voor een liberale en progressieve cultuurnatie. Webers opera wordt beschouwd als een belangrijk onderdeel van dat bewustwordingsproces. Zijn Freischütz was niet alleen baanbrekend vanwege zijn vernieuwende orkestraties en muziekdramatische precisie, maar ook omdat de opera met zijn ‘typisch’ Duitse verhaalstof en volkse muzikale elementen die cultuurnatie rechtstreeks aansprak. De Duitse pers schreef al snel over ‘de eerste Duitse nationale opera’, een roepnaam die een eigen leven begon te leiden. Der Freischütz is vaak gebruikt – en vooral misbruikt – als ideologisch bindmiddel voor een Duits eenheidsdenken.
De Vrijschutter
Der Freischütz is bij ons in Vlaanderen om gelijkaardige redenen ingezet. Op het einde van de 19e eeuw groeide binnen Vlaamsgezinde kringen in Antwerpen de wens om een Nederlandstalig cultuuraanbod uit te werken, als antwoord op de Franstalige cultuurdominantie. Een eerste stap was de oprichting van het Nederlands Lyrisch Tooneel, dat in 1890 zijn intrek nam in de schouwburg aan de Kipdorpbrug. In de zoektocht naar wat het operagenre voor Vlaanderen kon betekenen, werd binnen het Lyrisch Tooneel het gezelschap van de ‘Vlaamsche Opera’ gesticht. De programmatie had een nationalistische insteek, de focus lag op Germaanse opera’s en verhalen over onderdrukte (taal)groepen. De Vlaamsche Opera opende in 1893 zijn allereerste seizoen met De Vrijschutter, een Nederlandstalige versie van Webers opera. Een groot succes: ‘Voor al de Vlamingen van den echten stempel die het met onze kunst goed meenden, was het een geluksavond.’ Met deze woorden werd enkele jaren later, in 1907, die eerste opvoering gehuldigd tijdens de feestelijke opening van een nagelnieuwe schouwburg aan de Frankrijklei – het operagebouw waarin Opera Ballet Vlaanderen vandaag huist.