EERSTE BEDRIJF

Leporello, de dienaar van Don Giovanni, staat op wacht. Hij klaagt over zijn situatie, tot Donna Anna plots verschijnt. Ze is op zoek naar de man die haar zopas heeft aangerand. Donna Anna’s vader, de Commendatore, gaat de confrontatie aan met Don Giovanni en wordt in een duel gedood. Donna Anna rouwt om haar vader en zint, samen met haar verloofde Don Ottavio, op wraak. Ondertussen is Don Giovanni op zoek naar een volgend slachtoffer. Hij botst op Donna Elvira, een van de vrouwen die hij eerder heeft laten zitten. Hij vlucht en laat Leporello uitleggen dat zij maar een naam is op een lange lijst van veroveringen.

Don Giovanni ziet een bruiloftsstoet naderen. Zijn oog valt op Zerlina, het boerenmeisje dat op het punt staat te trouwen met Masetto. Don Giovanni maakt Zerlina het hof, tot groot ongenoegen van Masetto. Gelukkig verschijnt Donna Elvira om Zerlina te waarschuwen. Don Giovanni ontkent de feiten en ook wanneer Donna Anna opduikt, doet hij er alles aan om zijn imago hoog te houden. Hij slaagt erin de situatie te ontmijnen en laat ondertussen Leporello het boerengezelschap uitnodigen voor een groot feest. Op het feest probeert Don Giovanni opnieuw Zerlina te benaderen. Zijn poging wordt verijdeld door een groep gemaskerden die zich willen wreken – Donna Anna, Don Ottavio en Donna Elvira. Kan Don Giovanni opnieuw ontsnappen?

TWEEDE BEDRIJF

Het debacle op het feest weerhoudt Don Giovanni er niet van het kamermeisje van Donna Elvira te versieren. Om haar een serenade te brengen wisselt hij met Leporello van kleren. Die moet op zijn beurt de stem en de houding van Don Giovanni nabootsen om Donna Elvira op het verkeerde been te zetten. Donna Elvira gelooft de vermomde Leporello en volgt hem. Ondertussen loopt de als Leporello verkleedde Don Giovanni Masetto tegen het lijf en slaat hem in elkaar. Zerlina troost haar toegetakelde verloofde. Leporello, nog altijd verkleed als Don Giovanni, wordt hard aangepakt door Zerlina en co, in de veronderstelling dat hij de baas zelf is.

Meester en knecht vinden elkaar terug op het kerkhof. Het beeld op het graf van de Commendatore richt zich tot Don Giovanni. Hij laat zich niet afschrikken en overmoedig nodigt hij het standbeeld uit voor een diner. Tijdens dat diner tracht Donna Elvira Don Giovanni opnieuw tot inkeer te brengen, maar weer wordt ze vernederd. Kort daarop wordt aan de deur geklopt: het standbeeld heeft de uitnodiging van Don Giovanni aangenomen. Don Giovanni treedt zonder verpinken de Commendatore tegemoet en weigert op zijn herhaalde vraag om berouw te tonen in te gaan. Baldadig neemt hij de koude, uitgestoken hand van het beeld aan, waarop hij door de hel wordt verzwolgen.