1 Wat heb je gestudeerd?
Ik studeerde eerst politieke wetenschappen aan de universiteit in Athene. Daar was ik ook lid van een amateur-theatergroep. Aan het einde van mijn studies besloot ik de theaterwereld verder te verkennen en deed ik auditie bij de Nationale Theaterschool voor Drama in Athene. Daar ontdekte ik dan weer dans en werd mij duidelijk dat dat was wat me vooral beroerde. Het is dus niet zo dat ik al van dans droom sinds mijn kindertijd. Alle keuzes in mijn leven heb ik vrij lichtvaardig gemaakt, na weinig reflectie. Uiteindelijk ben ik naar Amsterdam getrokken om er choreografie te studeren aan de School for New Dance Development (SNDO). Ik had gehoord dat ze daar openstonden voor radicale keuzes en experiment. Dat trok me over de streep. Ik wilde dingen uitproberen en verschillende smaken proeven.
2 Jouw choreografieën focussen op collectieve processen en synchrone bewegingen van individuen samen. Speelt je achtergrond van politieke wetenschappen daarin mee?
Ja, in mijn hart en geest zit nog altijd die politieke interesse, al moet ik zeggen dat ik veel van wat ik gestudeerd heb weer vergeten ben. (lacht) Maar in alle ernst: de vragen die ik me stel, hebben zeker een politieke lading. Hoe kan je een groep mensen als een bewegende entiteit op de scène brengen? Hoe werkt coördinatie tussen mensen? Wat is de lijm die individuen samenbrengt in een collectief proces?
3 Natuur is een belangrijke inspiratiebron. Hoe verklaar je dat?
Ik groeide op in de Peloponnesos en als kind observeerde ik de natuur. Collectieve bewegingen, zoals zwermen vogels en scholen vissen, inspireren me. Ik bewonder ze niet om esthetische redenen, maar ben geboeid door het functionele karakter van natuurlijke processen. Zwermen vogels in de lucht creëren mooie en spectaculaire patronen, maar wat mij bezighoudt is de communicatie tussen de dieren. In hoeverre zijn ze individueel vrij? Welke specifieke taken hebben ze binnen een groep? Je merkt dan dat binnen eenzelfde bewegingspatroon overeenstemming en afwijking voorkomen. Je begrijpt dat die collectieve processen er zijn om te overleven. De collectieve patronen in mijn werk mogen nooit het karakter krijgen van een strak gechoreografeerd leger, want dan gaat het over dwang en onderdrukking. Ik zoek juist vrijheid op in de collectieve processen met dansers, zowel in de vorm als in de uitvoering.
4 Hoe zou je je bewegingstaal omschrijven?
Vaak plakken mensen het label ‘minimalisme’ op mijn werk, maar zo zie ik mezelf niet. Het klopt dat ik veel met herhaling werk en dat binnen herhalingen langzaam veranderingen ontstaan. Ik kan mijn werk alleen beschrijven via de functies van de bewegingen en niet via de vorm. Essentieel is de blik van elke danser. In de studio onderzoek ik hoe de dansers naar elkaar kijken en met elkaar in verbinding treden. Het belangrijkste element van mijn werk is hoe de beweging van elke danser het gevolg is van diens blik en van de connectie met de anderen in de ruimte. De individuele verbeelding van de danser is essentieel.
5 Wat verschaft jou vreugde bij het creëren?
Ik ervaar creëren als een moeilijk proces. Stress en angst zijn nooit ver weg. Eerst is er een vaag en abstract idee. Als ik dan in de repetitiestudio kom en dat begin te vertalen naar beweging, heb ik vaak het gevoel dat ik voor een onmogelijke opdracht sta. Maar als ik de evolutie zie van het oorspronkelijke idee naar de realiteit, de transformatie ook, ervaar ik een intens geluk. Weet je, als choreograaf moet je een apart universum realiseren en ik ben pas tevreden wanneer ik de wetten ervan begrijp, net zoals je wetten van de zwaartekracht hebt in de reële wereld.
‘Ik moet blijven beseffen hoe geprivilegieerd ik ben. Terwijl ik met kunst bezig ben, proberen anderen te overleven’
—Christos Papadopoulos
6 Zijn er artiesten, culturele stromingen of stijlen die je beïnvloeden?
Esthetisch zie ik weinig invloeden. Jarenlang heb ik gedanst bij het gezelschap van choreograaf Dimitris Papaioannou. Hij heeft me beïnvloed in mijn werkproces, hoe een resultaat te bereiken, de waarde van technische details enzovoort. Dat was een leerschool, al is ons werk erg verschillend. Ik word eerder gevoed door andere disciplines, zoals schilderkunst en film. Voor mijn recente creatie voor Nederlands Dans Theater, Ties unseen, was ik geïnspireerd door Byzantijnse schilderkunst en het werk van Hiëronymus Bosch. Een film zoals The Turin Horse van de Hongaarse regisseur Béla Tarr uit 2011 fascineert mij ook enorm. Hoe Tarr met structuur en tijd omgaat en hoe hij de toeschouwer tot een actieve partner maakt: dat raakt me.
7 Welke rol speelt muziek in jouw werk?
Muziek vormt een van de natuurlijke wetten van het universum dat ik in elk werk creëer. Het is de begrenzing en het vibreren ervan. Muziek heeft voor mij nooit de functie van soundscape. Beeld je even in dat we allemaal samen in een bus zitten. We kunnen elk apart andere dingen doen zoals lezen, telefoneren, door het raam kijken, maar allemaal zijn we onderworpen aan de grotere beweging van het rijdende voertuig dat versnelt, afremt enzovoort. Wat we ook als handeling doen, we gehoorzamen aan die grotere beweging van de bus. De vibratie van de bus is de muziek. Dat houdt ook in dat wanneer je als groep in een tempo danst dat opgelegd wordt door de muziek, je als individu niet kan ontsnappen. De muziek bepaalt waarheen en hoe een voorstelling zich ontwikkelt.
8 Heb je een grote droom die nog in vervulling moet gaan?
Ik droom ervan op een lichtere manier te kunnen creëren, zonder veel stress. Tijdens een repetitieperiode ben ik vaak zo opgeslorpt door mijn werk en door vragen over de uiteindelijke opvoering dat ik niet connecteer met de realiteit rondom mij. Maar dan kom ik mijn huis uit, in een groezelige wijk in het centrum van Athene, en zie ik daklozen en drugsverslaafden op straat, of Syrische en Palestijnse vluchtelingen. De reality check in Griekenland kan hard zijn. Op zo’n moment voel ik me – met die extreme focus op mijn werk – narcistisch. Het is politiek niet oké dat al je energie naar een creatieproces gaat, terwijl je die energie ook zou kunnen inzetten om mensen te helpen in de wereld die we rond ons uiteen zien vallen. Ik weet dat dat idealistisch klinkt, maar ik moet blijven beseffen hoe geprivilegieerd ik ben. Terwijl ik met kunst bezig ben, proberen anderen te overleven.
9 Heb je een specifieke vraag voor de wereld vandaag?
Voor mij gaat de dringendste vraag over tijd en herinnering. Hoe komt het dat mensen zo makkelijk vergeten? In een stadje in de Peloponnesos richtten de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog een van de grootste slachtingen aan die in ons land hebben plaatsgevonden. De mannelijke bevolking, 4.000 mensen, werd uitgemoord. In het centrum van de stad, op de heuvel waar de tragedie plaatsvond, staat nu een groot herdenkingsmonument. Vijf jaar geleden eindigde de neonazipartij Gouden Dageraad (die in 2020 als criminele organisatie buiten de wet werd gesteld, red.) nog derde in de verkiezingen. Stel je voor… Toen ik als kind over de concentratiekampen las, vroeg ik me af hoe de rest van de wereld dat kon tolereren en ondergaan. Vandaag stel ik me die vraag niet meer omdat ik zie hoe de realiteit het verleden kan negeren. Maar toch: hoe kunnen we het lijden in de wereld zo makkelijk tolereren en van ons afschuiven? Daarbij kijk ik ook naar mezelf: terwijl Palestijnse burgers massaal worden gedood, kan ik verder leven en verder gaan met mijn werk… ∆