• Seizoen 25/26
  • Opera
  • Interview

‘We zijn allemaal Parsifal’

Interview Susanne Kennedy

door Piet De Volder / Foto's Bea Borgers, wo 7 mei 2025

EXTERN 2526 PAR Sussanne Kennedy Markus Selg c Bea Borgers 14

Een nieuwe productie van Wagners Parsifal is voor elk operahuis een gebeurtenis van formaat. Wanneer regisseuse Susanne Kennedy aan de slag gaat met dit rituele werk, weten we dat ons een ongewone en indringende theaterervaring wacht. Zelf noemt ze haar Parsifal een ‘cyber-mysteriespel’. ‘Het idee is niet alleen toeschouwer te zijn, maar er ook spiritueel aan deel te nemen. We ondernemen dezelfde innerlijke reis als Wagner, maar met hedendaagse middelen’, zegt ze.

Je vormt een vaste tandem met beeldend kunstenaar Markus Selg, die ook jouw partner is. Hoe ontstond jullie samenwerking en welke weg had je vooraf afgelegd als theatermaakster?

SUSANNE KENNEDY 'Ik studeerde theaterregie in Amsterdam aan de Hogeschool voor de Kunsten. Aanvankelijk werd ik sterk beïnvloed door de Nederlandse en Vlaamse theaterscène. Daar was het theater intiem op dat moment en lag de focus op de nabijheid van het publiek. Een heel verschil met het Duitstalige gebied, waar grote gebaren en luid spreken gangbaar waren. Mijn eerste producties maakte ik in Nederland voor het Nationale Theater in Den Haag en voor Toneelgroep Amsterdam (vandaag ITA, Internationaal Theater Amsterdam, red.). Daarna ging ik aan de slag in Duitsland: vanaf 2011 voor de Münchner Kammerspiele, waar Johan Simons artistiek leider was, en daarna in de Berlijnse Volksbühne, waar ik nog altijd aan verbonden ben. De belangrijkste werken die Markus en ik hebben gerealiseerd, ontstonden daar.'

'Markus en ik begonnen samen te werken in 2016. Toen maakten we Medea.Matrix, dat op de Ruhrtriennale in première ging, opnieuw onder de artistieke leiding van Johan Simons. Dat Markus en ik ook in het leven partners werden, vergrootte de noodzaak een gezamenlijke artistieke taal te vinden en samen een universum te ontwikkelen. Dat was in het begin een hele uitdaging, aangezien we elk onze eigen signatuur hadden. Maar de zoektocht heeft voor ons beiden de horizon aanzienlijk verbreed. Terwijl ik daarvoor vooral een theaterregisseur was, zag ik mezelf meer evolueren naar een visuele artiest.'

Het universum dat Markus en jij creëren is multimediaal, technologisch en immersief en speelt zich meer en meer af op de grote scène. Ik denk aan jullie productie van de opera Einstein on the Beach (Glass) uit 2022, die in Basel, Wenen en Parijs te zien was.

'Omdat theater niet altijd de mogelijkheid biedt echt ‘groots’ te gaan, voelt het vandaag juist aan dat we meer en meer opera doen. Naast Einstein on the Beach regisseerde ik eerder, maar dan zonder Markus, Orfeo – ein Sterbeübung (2015) voor de Ruhrtriennale. Daarvoor ging ik aan de slag met muziek uit Monteverdi’s opera, maar dan fragmentarisch en bewerkt.'

Met Parsifal betreden jullie het domein van de operacanon, zonder ingrepen in de tekst en de muziek. Dat contrasteert met ander theaterwerk waarin Markus en jij alles bedenken: het script, video en klank… Hoe voelt het om ‘in de pas’ van Richard Wagner te lopen?

'Dat kan ik pas helemaal inschatten wanneer we Parsifal beginnen te repeteren, in de zomer van 2025. Het klopt dat Markus en ik de laatste jaren enorm veel vrijheid hebben gehad. We schreven onze eigen teksten en ontwikkelden onze eigen context. Wagner geeft inderdaad erg specifieke regie-aanwijzingen, maar dat staat een inbreng als theatermaker niet in de weg. We onderzoeken waar onze vrijheid ligt in de interpretatie. Wij ontwikkelen onze eigen theatertaal, want we leven niet meer in Wagners tijd. Daarmee bedoel ik niet dat we het werk uitwendig willen moderniseren, met bijvoorbeeld personages die lijken op mensen in het straatbeeld. Neen, we begrijpen Parsifal vandaag echt op een andere manier.'

EXTERN Einstein on the beacc Ingo Hoehn 184
EINSTEIN ON THE BEACH, Theater Basel © Ingho Höhn

'Markus liet mij ooit de verfilming van Parsifal door Hans-Jürgen Syberberg zien. Zelf was hij erg enthousiast over die versie, maar ik moest een afstand overbruggen om me te verbinden met Wagners universum. Tot het moment dat ik besefte dat de mythe van Parsifal raakt aan thema’s die ik in mijn eigen werk exploreer, zoals de reis van de held, het proces van bewustwording en innerlijke transformatie. Ook de muziek begon meer en meer tot mij te spreken omdat die zo gedurfd is. Het is muziek die groots en zelfs bombastisch durft te zijn en die je uiteindelijk recht in het hart treft. In essentie zijn Markus en ik romantici en daarom spreekt Parsifal ons erg aan.'

‘Ik wil diep gaan en dat proces samen met anderen doorlopen. Daarover gaat opera: het is een ritueel dat we samen kunnen vieren’

– Susanne Kennedy

'Toch denk ik dat je een bepaalde leeftijd moet hebben bereikt voor je aan de slag gaat met Wagners muziekdrama: er zit een diepgaande innerlijke reis onder het verhaal verborgen die je niet kan begrijpen voor je ten minste veertig jaar bent. Je moet zelf levens- en werkervaring opgedaan hebben. Op een manier moet je zelf de weg hebben afgelegd van een jonge dwaas naar een persoon die een diepgaand inzicht heeft verworven.'

De inhoudelijke thema’s in Parsifal waarnaar je verwijst, zijn bij jullie sterk verbonden met esoterie.

'Markus en ik zijn op een leeftijd waarop we geconfronteerd worden met dezelfde diepe vragen als waar Wagner en voorgangers zich in verdiept hebben. We leven in een tijd waarin het weer is ‘toegestaan’ om daarop in te gaan. ‘Esoterisch’ wordt vaak als een scheldwoord gebruikt, maar het verwijst naar iets innerlijks, een verborgen betekenis – tegenover ‘exoterisch’ als het uitwendige van religies, rituelen en religieuze feesten. Je hebt niet onmiddellijk toegang tot die verborgen betekenis. Ooit was er misschien een natuurlijke toegang, maar hoe meer we volwassen worden of in de maatschappij geïntegreerd raken, hoe meer we die vergeten. Zo zijn we veel van die rituelen verloren, en zonder zijn we als mensen erg arm. Ik ben niet in kunst geïnteresseerd vanuit een sociale of politieke dimensie of vanuit een kritische houding tegenover de wereld. Onthullen en herontdekken wat we vergeten zijn, is voor mij de taak van kunst. Ik wil diep gaan en dat proces samen met anderen doorlopen. Daarover gaat opera: het is een ritueel dat we samen kunnen vieren.'

Daarom zal het rituele van Wagners ‘Bühnenweihfestspiel’, zoals hij het zelf omschreef, in jullie Parsifal voorop staan.

'Het ritualistische van Parsifal is een belangrijke focus. In ons werk spelen rituelen een essentiële rol, in de overtuiging dat theater en opera daaruit ontstaan zijn. De mythe van Parsifal gaat ver in de tijd terug, tot voor het christendom, met wortels die je zelfs niet helemaal kan traceren. Het gaat over iets dat altijd belangrijk is geweest voor menselijke wezens: hoe een innerlijke transformatie leidt tot bewustzijn, wat van ons zelfstandige wezens maakt die kunnen leren en die geleidelijk tot medelijden komen.'

'Wagners Parsifal bevat veel elementen die we in oude mysteriespelen terugvinden, waaronder initiatie en geheime drama’s, met lijden, verlossing en transcendentie als thema’s. Die waren verbonden met een geheime religie die performance inzette als middel. Wagner maakt een synthese van christelijke, esoterische en mythologische tradities waardoor een modern mysteriespel ontstaat. Het idee is niet alleen toeschouwer te zijn van dit mysteriespel, maar er ook spiritueel aan deel te nemen als een reis naar een hoger begrip. Dat is iets wat we in ons werk vandaag nastreven, in een soort ‘cyber-mysteriespel’. We ondernemen dezelfde reis als Wagner, maar met hedendaagse middelen.'

De spelregie in jullie stukken heeft niets van doen met de klassieke ‘inleving’ in een rol of met de psychologie van een personage. Zo gebruiken jullie latex maskers en voice-overs voor acteurs en performers in sommige voorstellingen, waardoor de toeschouwer een afstand ervaart.

'We streven er altijd naar een onafhankelijk universum op de scène te scheppen; iets dat je meezuigt en een soort wonderland is. Ik hou ervan wanneer mensen met grote ogen naar onze voorstellingen kijken doordat ze een kinderlijke vaardigheid hebben behouden om in zo’n wonderland te zijn. Het is iets waar ikzelf naar hunker: meegevoerd te worden in iets dat al bestaat, maar dat ik zelf nooit kon verbeelden. Om die hypnotiserende omgeving te creëren moeten we elk detail van de scenische realiteit ernstig nemen. De ruimte is cruciaal, net als de manier waarop de lichamen in de ruimte zijn geplaatst. Samen met het geluid vormen ze een web dat we weven om de volle aandacht van het publiek te krijgen.'

‘We streven er altijd naar een onafhankelijk universum op de scène te scheppen, iets dat je meezuigt en een soort wonderland is’

– Susanne Kennedy

'Om nu de brug naar opera te maken: de manier waarop opera als genre is vormgegeven en op de scène werkt, maakt duidelijk dat we ons niet in een psychologisch universum bevinden. De operazanger is daar niet om een directe, psychologische toestand weer te geven. Eerder kom je via de muziek in verhevigde emoties terecht. Het is vergelijkbaar met wat wij doen: de emotie zit in de klank en de ruimte en niet in directe gebaren die met een persoonlijke situatie verbonden zijn. Voor ons is opera ver verwijderd van psychologie.'

In jullie werk verschijnen de acteurs, zangers en performers eerder als ‘media’ die een energie met het publiek delen.

'Ik geloof erg in wat de Duitse componist Karlheinz Stockhausen ooit zei, namelijk dat we ‘allemaal transistors zijn’, instrumenten of media waar dingen door gaan. Dat is de manier waarop we werken met acteurs. De voice-over is een soort elektrische stroom die over hen heen gaat. Dat is, denk ik, de beweging die zich voltrekt wanneer je connecteert met iets dat groter is dan jezelf. Je produceert iets, je werkt iets uit, maar uiteindelijk gebeurt er iets via jezelf. Zo willen we met zangers omgaan, omdat de muziek werkelijk via hun lichaam loopt. Het lijkt me magisch wanneer dat gevoel op de scène ontstaat. Voor de eerste keer gaan we nu echt ervaren hoe het is om met operazangers te werken. Natuurlijk was er de ervaring met Einstein on the Beach, maar daarin hadden we ensemblezangers en geen volbloed operazangers. Ik kijk er erg naar uit met operazangers samen te werken met wie we dat idee van een medium kunnen realiseren.'

Door het belang van technologie en een spelregie waarin de personages eerder als archetypes verschijnen of als avatars, wordt jullie theaterwerk vaak als ‘transhumaan’ omschreven.

'Het ‘transhumane’ is een label dat critici op ons werk kleven, maar dat Markus en ik nooit gebruiken. Wat de term precies inhoudt, is mij niet duidelijk. Technologie is een realiteit van alledag; we zijn ermee vergroeid.'

In de Volksbühne brachten jullie The Work in 2024. Daarin ensceneert een stervende kunstenares een soort retrospectieve van haar leven en werk. ‘Werk’ is een term die ook in jullie gesprekken over Parsifal voortdurend opduikt. Het is een gelaagd begrip dat in het geval van Wagners opera recht naar de kern gaat.

'Het idee van ‘het werk’ is nauw verbonden met het idee van de verantwoordelijkheid die je als mens opneemt om innerlijk en uiterlijk vorm te geven aan je leven, job, relaties en zoveel meer. We zien ‘werk’ vaak als iets dat we moeten doen, waartoe we worden gedwongen en waar we geen zin in hebben. Maar we kunnen er ook plezier aan beleven en ervaren dat in het plezier ook pijn opduikt. De alchemisten zeggen dat het echte ‘werk’ begint wanneer het materiaal ondoordringbaar zwart is en je je bevindt in de ‘donkere nacht van de ziel’. Dan kan je je erin verheugen, want je hebt iets om mee aan de slag te gaan. (‘De donkere nacht van de ziel’ is een metafoor die de spirituele ervaring beschrijft van iemand die een fase in zijn leven doormaakt waarin die zich door iedereen verlaten voelt, zonder hoop op een betere toekomst, red.)'

EXTERN The Workc Moritz Haase
THE WORK, Berliner Volksbühne © Moritz Haase

‘Het is muziek die groots en zelfs bombastisch durft te zijn en die je uiteindelijk recht in het hart treft. In essentie zijn Markus en ik romantici en daarom spreekt Parsifal ons erg aan’

– Susanne Kennedy

'Dat brengt ons inderdaad bij Parsifal. Hij kan pas beginnen wanneer hij eerst diep is afgedaald in zijn innerlijk. Hij moet Klingsor en de duistere krachten van diens rijk (het ‘tegenrijk’ van het Graalrijk, red.) ontmoeten. Die duistere krachten leven juist binnen Parsifal zelf. Hij moet de confrontatie met de donkere zijde in zichzelf aangaan en verbinding maken met het vrouwelijke personage Kundry, die iets in hem wakker maakt dat er voorheen niet was. Hij moet een hele weg afleggen, van de dwaas naar de nieuwe koning, en dat is pijnlijk. Dat is het werk dat gerealiseerd moet worden, dat wat betekenis aan het leven geeft.'

'We zijn allemaal Parsifal. De taak die Parsifal krijgt, is de lijdende koning Amfortas te genezen. Aanvankelijk onderkent hij die taak niet. Gurnemanz (de oudere ridder die zich opwerpt als mentor van de jongere generatie, red.) is ontgoocheld dat Parsifal niet naar het lijden van Amfortas heeft gevraagd. Parsifal begreep zelf niet wat hij verondersteld was te doen. Het betekent dat je eerst door enkele dingen gaat voor je je bewust wordt van jouw taak. Voor ons gaat Parsifal over het genezen van de ‘zieke koning’ in onszelf en dat is voor ieder een levenstaak.' ∆

Opera nieuwe productie
|

Antwerpen | Gent

Parsifal

Richard Wagner

Info en tickets
a5cP6000002qEDpIAM-a0bP6000002Q5e1IAC

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons