Jan Raes over de erfenis van Luc Brewaeys
door Wilfried Eetezonne, do 2 okt 2025

Onder de noemer Celebration Luc Brewaeys - Fasten Seat Belts vieren verschillende huizen en orkesten, waaronder OBV, het werk en leven van Luc Brewaeys. De internationaal gevierde componist overleed tien jaar geleden en dat wordt over heel Vlaanderen herdacht. Jan Raes, algemeen directeur van OBV en persoonlijke vriend van Brewaeys, is één van de drijvende krachten achter de herdenking.
Met het overlijden van Luc Brewaeys verloor de internationale hedendaagse muziekwereld een gelauwerde componist die bekend stond om zijn virtuoze en avontuurlijke muziek, zijn uitgesproken gevoel voor lyriek, en zijn wervelende, ongehoorde klankkleuren. Een van zijn orkestwerken noemde hij met een knipoog Fasten Seat Belts! Nightmare for Orchestra!. De komende maanden zullen verschillende huizen en orkesten onder die noemer zijn (bijna) volledige symfonische oeuvre live uitvoeren. Het wordt geen festival, maar ‘a celebration’; een uitgebreide viering van de man en zijn werk.
Hoe is Celebration Luc Brewaeys - Fasten Seat Belts tot stand gekomen?
JAN RAES Vanuit de nabestaanden van Luc kwam de vraag hoe we zijn werk levend kunnen houden. Samen met hen en enkele deskundige vrienden werd een foundation opgericht met als doel zijn werk te bestuderen, te ontsluiten en door te geven aan een nieuwe generatie. Van daaruit kwam snel het idee om zijn composities ook in de concertzaal te vieren. We hebben gepolst bij onze grote orkesten, ensembles, concertzalen, radiozender Klara en het Klarafestival of zij wilden deelnemen aan het project, en het antwoord was unaniem positief. De samenwerking tussen al die grote instellingen is historisch en uniek, wat veel zegt over het respect voor de muzikale erfenis van Luc. Niemand stelt de kwaliteit van zijn oeuvre in vraag. Naast de uitvoeringen organiseert Matrix, het centrum voor nieuwe muziek van de KU Leuven, een tentoonstelling over zijn werk en publiceert het een boek. Ook digitaliseren we belangrijke partituren en plannen we diepte-interviews met musici die nauw hebben samengewerkt met Luc, om hun kennis en ervaring vast te leggen voor de toekomst.
Je hebt Luc Brewaeys goed gekend, jullie waren jeugdvrienden.
En die vriendschap is altijd gebleven. Ik heb hem leren kennen in het toenmalige Jeugd- en Muziekorkest van Antwerpen, waar hij pianist en percussionist was. Maar daarvoor al had hij de reputatie van een uiterst begaafd jong talent en een fantastische pianist te zijn. In 1979 maakten we een tour door de Verenigde Staten, wat een groot avontuur was. Tijdens de lange busritten daagden we hem uit, want we konden hem alles vragen. Zo vroeg iemand hem om de tweede fagotpartij uit Le Sacre du printemps van Igor Stravinsky uit te schrijven, en hij deed dat vlot uit het hoofd. Hij had een fenomenaal gehoor, een enorme repertoirekennis en dweepte al vroeg met componisten als Stravinsky of Luciano Berio. Als jongeman legde hij ook snel internationale contacten met grote hedendaagse componisten. Ik herinner me dat Luc me na een concert voorstelde aan de Griekse componist Iannis Xenakis. Hij was toen nog maar negentien. Samen met hem heb ik vaak op zijn kamer partituren beluisterd en geanalyseerd. Het was een heerlijke en leerrijke vriendschap.
Hoe zou je zijn muziek omschrijven?
Zijn muziek is virtuoos, gelaagd, transparant en gebaseerd op boventoonharmonieën. Die zogenaamde spectrale muziek had hij volledig in de vingers. Hij combineerde een vrij statische harmonie met snelle, virtuoze bewegingen – heel spectaculair soms. Ook dacht hij altijd goed na over de opstelling van zijn orkest en hield hij rekening met de ruimte waarin zijn muziek zou gespeeld worden. Zijn partituren schreef Luc trouwens nooit eerst in een kladversie uit. Hij componeerde in zijn hoofd en noteerde dan alles meteen in het ‘net’ op de notenbalken. Hij werd bovendien door uitvoerders nooit betrapt op foute notaties.
Luc hield altijd zijn publiek voor ogen, zijn muziek werd nooit academisch.
Zijn muziek is misschien intellectueel uitdagend, maar nooit pretentieus.
Klopt, Luc hield altijd zijn publiek voor ogen en zijn muziek werd nooit academisch. Dat merk je bijvoorbeeld aan zijn gevoel voor timing en de beperkte lengte van zijn werken. Luc had bovendien een groot gevoel voor humor, ondanks zijn ernstige persoonlijkheid. Zo smokkelde hij geregeld spektakelelementen in het orkest, zoals een mazouttank die als percussie-instrument moest dienen. Hij wist steeds een nieuw geluid uit die objecten te halen.
Luc Brewaeys componeerde twee opera’s: Antigone en L’uomo dal fiore in bocca. Die laatste brengen wij in concertante versie. Jammer dat hij niet meer opera’s heeft geschreven?
Zeker, maar Luc heeft ook heel wat ander vocaal werk gecomponeerd. Hij had veel respect voor het woord en hij slaagde erin om zangstemmen goed te laten doorklinken in zijn orkestraties. Het orkest overstemt de zangers nooit. In L’uomo dal fi ore in bocca gebruikt Luc het orkest heel theatraal, niet illustratief, met een bijzondere rol voor de tuba. Het instrument is het muzikale alter ego van ‘de man met de bloem in de mond’, een personage met mondkanker. Tijdens het componeren werd bij Luc dezelfde ziekte vastgesteld, een tragisch toeval. Het leven heeft Luc niet gespaard, maar ik heb hem nooit horen klagen.
Los van deze opera, waar kijk je nog naar uit tijdens deze viering?
Er zijn vele hoogtepunten, en er worden ook composities uitgevoerd die ik nog nooit live heb gehoord. Luc heeft zijn Achtste Symfonie niet afgemaakt; tijdens het Klarafestival zal componiste Annelies Van Parys die vervolledigen op basis van teruggevonden schetsen. Daar ben ik wel benieuwd naar. Luc en Annelies hadden een groot wederzijds respect voor elkaar. Ze was meer dan zijn leerlinge; ze werden elkaars klankbord.
Wat moeten we onthouden na deze viering? Wat is voor jou zijn muzikale erfenis?
Zijn symfonische kracht, en een Europese oriëntatie die België over stijgt – dat werd ook in het buitenland erkend. Ik hoop dat we begonnen zijn aan een langer traject om zijn fascinerende muziek levend te houden. Het is recent erfgoed en daarom zeer kwetsbaar. Dat we het werk van onze Vlaamse polyfonisten beschermen ligt voor de hand, maar bij hedendaagse componisten is dat veel minder het geval. We moeten er zorgzaam én ambitieus mee omspringen.
Meer info