• Opera

Les Pêcheurs de perles in de regie van FC Bergman

door Wilfried Eetezonne, vr 24 nov 2023

FC Bergman

Het Vlaamse theatercollectief FC Bergman heeft misschien nog niet de hele wereld veroverd, maar toch bijna. Met eindejaar brengt Opera Ballet Vlaanderen hun eerste bejubelde uitstap in de wereld van de opera: Les Pêcheurs de perles. Wat maakt hen zo populair in alle hoeken van de wereld? Een rondvraag bij waarnemers van het eerste uur. ‘Plots kwamen zij met veel lef de vrijheid opeisen om het onhaalbare te realiseren. Dat prikkelde meteen.’

Het blijft een prettige petite histoire. Toen het jonge collectief FC Bergman in 2011 voor Antwerpse Kleppers, een festival in het Toneelhuis, een voorstelling mocht maken, hadden ze weliswaar wilde plannen maar géén geld. Voor hun enorme decor met een heus dennenbos in de achtergrond trokken ze tijdens de kerstperiode de stad in en plukten ze kerstbomen uit de straten. De groep – die toen bestond uit Marie Vinck, Stef Aerts, Thomas Verstraeten, Joé Agemans, Matteo Simoni en Bart Hollanders – trommelde daarnaast vrienden en familie op als acteurs. Het zou toch maar voor één avond zijn.

Die voorstelling, gemaakt met gepikte kerstbomen en veel goodwill, werd 300 el x 50 el x 30 el en reisde inmiddels naar New York, Barcelona, Berlijn, Londen, Wenen en nog tal van andere plekken waar je als jonge theatermaker van droomt. De anekdote toont de yes, we can-mentaliteit die er bij de jonge bende van meet af aan inzat.

‘Ik heb hen leren kennen toen ze bij ons als studenten meededen aan tekstlezingen van theaterstukken’, herinnert Guy Cassiers zich. Toen hij artistiek leider was van Het Toneelhuis, nam hij de Bergmannen – zoals ze ook liefdevol genoemd worden – onder dak. ‘Dat was op basis van die voorstelling 300 el. Het was meteen duidelijk dat die jonge gasten op grote schaal dachten en multimediaal. Het Toneelhuis leek me een goede plek voor hen.’

Vandaag is het collectief iets kleiner. Matteo Simoni en Bart Hollanders zijn geen vaste leden meer. De ambitie én de internationale erkenning werden echter alleen maar groter. Ze staan bekend om hun grootse producties, al dan niet met levende dieren op de scène, en beperken zich niet meer tot theater, maar maken ook opera en tentoonstellingen. Voor hen betekent ‘op tournee’ niet enkel de Vlaamse stadstheaters en cc’s, maar ook staande ovaties op festivals in Avignon of het Australische Adelaide. De tot nu toe belangrijkste theaterprijs die ze mochten ontvangen, is de prestigieuze Zilveren Leeuw op het Theaterfestival van Venetië voor hun voorstelling Het Land Nod. Ze zijn het eerste Vlaamse theatergezelschap dat zo’n leeuw op de schoorsteenmantel mag zetten.

‘Al van in het begin legden ze de lat onvoorstelbaar hoog’, zo gaat Cassiers verder, al moest hij toch even slikken toen FC Bergman voorstelde om de parterre van de Bourlaschouwburg onder water te zetten voor hun productie Van den Vos. ‘Al hun voorstellingen waren in feite onhaalbaar voor Het Toneelhuis, niet enkel financieel maar ook qua mankracht. Maar ze slagen er altijd in om iedereen te overtuigen en mee te nemen in hun verhaal. Ze gaan er telkens 200 procent voor, relativeren zichzelf niet weg. Dat is zeer on-Vlaams.’

34 A5312
Productiebeeld 2018 - Annemie Augustijns

Voorstellingen als altaarstukken

‘Die liefde voor de mateloosheid kenden we toen in Vlaanderen niet meer’, vindt ook Geert Van Der Speeten, cultuurjournalist bij De Standaard die het gezelschap al van in het begin volgt. ‘Het theater op dat moment koos voor soberheid, het minimale. Plots kwamen zij met veel lef de vrijheid opeisen om het onhaalbare te realiseren. Dat prikkelde meteen. Hun voorstellingen zijn als grote altaarstukken. Die kan je ook niet vatten in één oogopslag. Of ze nu tentoonstellingen maken of opera: het opulente is een deel van hun visitekaartje geworden.’

Op dat visitekaartje staat ook hun rijke beeldtaal, die een samensmelting is van verschillende disciplines. ‘Ze slaan de brug tussen de klassieke kunsten, het theater, film, horror, performance en opera en ze benutten al die disciplines tot het uiterste’, vindt Cassiers. ‘Het surreële en het magisch-realistische waar we in onze contreien zo bekend voor staan, trekken zij door in hun voorstellingen. Ik vind hun werk ook iets Ensoriaans hebben. Heel aards, maar tegelijk vol magie. Dat hun theater weinig woorden gebruikt en dus geen taalbarrière heeft, is een van de belangrijkste verklaringen voor hun internationaal succes.’

MG 9417
Productiebeeld 2018 - Annemie Augustijns

Els Van Steenberghe, recensente bij Knack en voormalig docente Repertoirestudie, gaf les over onder andere de esthetiek van FC Bergman. ‘Ze behoren tot de eerste generatie die opgroeide met de beeldcultuur en dat bepaalt hun werk zeer sterk. Ik heb ooit het notitieboekje van Stef Aerts mogen inkijken en dat staat vol tekeningetjes, doodles, poppetjes...’, vertelt ze. ‘Ze treden op een manier in de voetsporen van makers zoals Ivo van Hove of Jan Lauwers die ook zeer visuele voorstellingen maken, maar daar blijft het nog altijd teksttheater. Als FC Bergman tekst gebruikt moeten ze soms zwoegen, zonder tekst krijgen ze een grotere vrijheid.’

Daarnaast prijst ze de doorgedreven research van FC Bergman waardoor hun theater een rijke veellagige structuur krijgt. ‘Tegelijk slagen ze erin om hun verhalen heel helder te houden, waardoor hun werk aantrekkelijk wordt voor niet-kenners. Je mag als publiek graven in hun voorstellingen, maar het hoeft niet. Doe daar hun neus voor sterk spel bij, breng al die elementen samen en je krijgt een mooie, geslaagde productie als Les Pêcheurs de perles.'

De mens als speelbal

Het stond in de sterren geschreven dat ze ooit een telefoontje zouden krijgen uit de operawereld. Dat kregen ze voor het eerst van Aviel Cahn, voormalig artistiek directeur van OBV en nu van Le grand théâtre de Genève. Hij nodigde hen uit voor hun eerste operaregie, maar dat liep aanvankelijk niet zoals gepland.

‘Ik had hun aangeboden Rigoletto van Verdi te regisseren. Ik zou immers nooit een opera als Les Pêcheurs de perles programmeren, maar ze overtuigden me van hun concept. Ik dacht: Les Pêcheurs heeft op zijn minst een bekende aria en een happy end, ideaal voor de eindejaarsperiode. Maar in hun regie kozen ze dan weer net een unhappy end’, lacht hij.

‘Ze brengen op een verfrissende manier een speelse subversiviteit in de opera’, zegt hij. ‘Bovendien werken ze als een collectief en ook dat gebeurt niet vaak in opera. Ze beheersen hun storytelling meesterlijk, wat niet veel operaregisseurs kunnen. Operakenners denken dat ze alles weten, maar FC Bergman slaagt erin ook hen te verrassen zonder hen te verliezen.’

MG 9924
Productiebeeld 2018 - Annemie Augustijns

Intussen speelde Les Pêcheurs de perles ook in Genève waar FC Bergman vervolgens een Il Ritorno d'Ulisse in patria van Monteverdi regisseerde (‘Ik wou eigenlijk Tristan und Isolde’, adus Cahn). Dat verhaal lieten ze zich afspelen op een luchthaven waar de goden af en aan reisden. Hoe reageerde het nogal conservatieve Zwitserse publiek op hun unieke stijl? ‘Er was natuurlijk controverse. Monteverdi ligt altijd moeilijk bij het publiek, maar over het algemeen waren de reacties positief. Terwijl ik zelf het gevoel had dat een verhaal als Les Pêcheurs de perles dichter bij hun universum staat.’

Dat universum draait vaak om de mens in al zijn kwetsbaarheid. ‘De mens als speelbal of die tevergeefs strijdt tegen zijn demonen zijn thema’s die vaak terugkomen’, vindt ook Van Der Speeten. ‘Hun verhalen zijn vaak allegorisch, sterk gekruid met melancholie. Denk maar aan een schaap dat mens wil worden, maar uiteindelijk terugkeert naar zijn kudde (in The Sheep Song, red.). Je kan hun werk een melancholische meditatie noemen.’

Ondertussen zijn tussen OBV en FC Bergman gesprekken aan de gang voor een nieuwe productie, maar dat is voorlopig toekomstmuziek. En over toekomst gesproken: wat zal de invloed zijn van FC Bergman op ons theater? ‘Het is nog te vroeg om te zeggen of ze nieuwe makers beïnvloeden’, vindt Van Steenberghe. ‘Maar je ziet bij iemand als Tom Goossens en zeker Benjamin Abel Meirhaeghe dat ze de beeldtaal nog een graad verder doortrekken. Voor de Vlaamse golf in de jaren tachtig was er weinig of geen opvolging tot FC Bergman kwam. Ze zijn een brug tussen die generatie uit de jaren tachtig en de volgende.’

MG 0140
Productiebeeld 2018 - Annemie Augustijns

‘FC Bergman dacht van in het begin al internationaal’, vindt Cassiers. ‘Jonge Vlaamse makers van nu zie ik sterker focussen op het lokale. Ze werken in hun stedelijke context, hun leefwereld en rond die problematieken. Dat is zeker even waardevol. Ik denk echter dat Vlaanderen geen middelen meer heeft voor een nieuwe FC Bergman. Met de huidige cultuurbudgetten is hun werk nog nauwelijks mogelijk en dat is dan weer jammer.’


Het volledige artikel is te lezen in het OBV-magazine

Foto top: Anna Godzina

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons