• Huis en mensen

Opera Antwerpen: geschiedenis en bijzonderheden

vr 25 aug 2023

ANTWERPEN Vlaamse Opera 3 Felixarchief

Geschiedenis

Het begint allemaal in 1661 met de opening van de Schouwburgh van de Oude Voetboog achter het gildehuis in het Spaansch Pant op de Grote Markt. Dit theater is in handen van de Aalmoezeniers, rijke burgers die verantwoordelijk zijn voor de armen- en ziekenzorg. Al gauw is de opera het trefpunt van de Antwerpse aristocratie. Ondanks een opknapbeurt en uitbreiding met verschillende logeblokken in 1695 wordt het theater te klein. Ze verhuizen in 1711 naar het Tapissierspand, een in onbruik geraakte verkoop- en tentoonstellingsruimte voor wandtapijten. Een verwoestende brand in 1746 zorgde ervoor dat de deuren even gesloten blijven tot 1752. In 1774 ondergaat het theater een renovatie naar model van het theater te Versailles.

Uiteindelijk maakt het Tapissierstheater in 1829 plaats voor het Théâtre Royal Français in neoklassieke stijl van stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla. Het Théâtre programmeert vooral Franse en Italiaanse stukken en opera’s. Uit onvrede over het repertoire richten componisten Edward Keurvels en Peter Benoit samen met zanger Hendrik Fontaine in 1893 het Nederlandsch Lyrisch Tooneel op in de Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug. Dit theater heet in de volksmond ook wel Volksschouwburg of Huurschouwburg omdat het gehuurd wordt door wisselende gezelschappen. Dit zorgt voor strubbelingen en zo ontstaat de noodzaak om een eigen gebouw voor de Vlaamse Opera op te richten. In juni 1904 keurt de gemeenteraad de plannen goed, stadsarchitect Alexis Van Mechelen krijgt de ontwerpopdracht. Tijdens de plechtige inhuldiging van de nog onvoltooide ‘Koninklijke Vlaamse Opera’ op 17 oktober 1907 spelen ze De Herbergprinses, gecomponeerd en gedirigeerd door Jan Blockx.

Tussen 2004-2007 ondergaat het gebouw een grondige renovatie naar een ontwerp door Robbrecht en Daem. Naast de vernieuwing van het ondertoneel, de technische werkplaatsen, loges en theatermachinerie, is de meest zichtbare ingreep een nieuwbouw op de plaats van twee bestaande panden in de Van Ertbornstraat. Daar bevinden zich het zijtoneel, de kantine, koorzaal, administratie-, directie- en vergaderruimten.

Bijzonderheden in het Antwerpse operagebouw

Inkomhal

Bij de opening in 1907 ging iedereen via dezelfde toegangsdeuren de opera binnen, een nieuw en erg democratisch gegeven voor die tijd. Vanuit de inkomhal gebeurde de verdere opdeling. Wie geld heeft, wandelde rechtdoor de statige trappen op naar de parterre of het eerste balkon. Wie op de hogere, goedkopere balkons zat, ging er via aparte trappen naartoe en kwam op goedkopere plaatsen terecht. De restanten van die opdeling zie je nog steeds in de inkomhal.

Theaterzaal

In het U-vormige auditorium met parterre, balkons, loges en amfitheater zijn 1006 zitplaatsen. Het rijkelijk versierde plafond heeft een ronde plafondschildering van de schilder Charles Mertens. De wervelende voorstelling verbeeldt Rythmus vergezeld door de negen Muzen, de vijf Zinnen beheerst door het Geweten, en de goede en kwade Zinnelijkheden en Hartstochten.

Toneel

De scène is 14,35 meter diep en 16,40 meter breed. De toneelmond is 11,90 meter breed.

De toneeltoren kent een hoogte van 24 meter. Tijdens de verbouwingen in 2007 zijn er een paar ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. Zo werden de trekken geautomatiseerd, werd de helling (2°) weggewerkt en een kwam er een zijtoneel met laadlift.

Foyer

De ovale foyer toont op het plafond twee ronde schilderingen door de schilder Emile Vloors, eveneens geïnspireerd door het thema ‘Rythmus’. Tegen de muren zijn bronzen gedenkplaten met portretbustes aangebracht voor de oud-directeurs en mede-oprichters van de opera, zoals dirigent Edward Keurvels (1853-1916) en de bas Henry Fontaine (1857-1923), de bas Bernard Tokkie (1867-1942), oud-directeur Renaat Verbruggen (1909-1981) en de sopraan Octavie Belloy (1894-1965). Ook staat er een borstbeeld van Peter Benoit (1834-1901). Hij was een 19de-eeuwse Vlaamse componist en muziekpedagoog die streed voor een eigen Vlaamse opera (in tegenstelling tot de Franse opera, de Bourla). Hij ligt aan de basis van de oprichting van het eerste Vlaamse operagezelschap en een eigen Vlaams operagebouw. Enkele jaren na zijn dood werd de opera op de Frankrijklei gebouwd.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons