• Interview
  • Seizoen 25/26

‘Wat je niet ziet, moet je je voorstellen’

Portret Nacera Belaza, choreografe La Valse

door Koen Bollen, wo 19 nov 2025

2526 BVS Portret Nacera Belaza Rites La Valse Nacera Belaza c Koen Broos 6330 OBV

‘In elk van mijn stukken probeer ik iets op te roepen van het onzichtbare en het niet-uitgesprokene, iets dat ons allemaal doorkruist’, zegt Nacera Belaza. De Frans-Algerijnse choreografe creëert een verstilde solo op de kolkende muziek van La Valse van Maurice Ravel – als een verbindend ritueel. Een kennismaking met een fascinerende en spirituele kunstenares.

In 1926 bracht de Russische choreografe Sonia Korty met toestemming van componist Maurice Ravel zijn La Valse voor het eerst op de planken. Dat deed ze met het balletgezelschap van de Antwerpse opera, waar ze sinds de oprichting drie jaar eerder aan het hoofd van stond. Precies honderd jaar na die wereldpremière keert Ravels monumentale partituur terug naar Opera Ballet Vlaanderen in een gloednieuwe choreografie.

Dit keer is het de Frans-Algerijnse choreografe Nacera Belaza die Ravels kolkende compositie vormgeeft. Samen met de Amerikaanse danser Austin Meitein werkt ze aan een radicale herinterpretatie van het werk: niet als een groots, decadent bal vol uiterlijk vertoon, maar als een verstild ritueel voor één danser. La Valse is voor Belaza een zoektocht naar wat zich onttrekt aan het hoorbare en het zichtbare. ‘Hoe kan één danser niet verpletterd worden door Ravels orkestrale kracht, maar er een volwaardig tegenwicht aan bieden? Niet door technische virtuositeit, maar door een aanwezigheid die even hoorbaar is als de muziek — innerlijk, energetisch, existentieel.’

Begrenzing en vrijheid

Nacera Belaza werd in 1969 geboren in Médéa, Algerije, en verhuisde als kind met haar ouders naar Reims, in het noordoosten van Frankrijk. Dans ontdekte ze niet in een studio, maar in haar slaapkamer: ‘Ik voelde een immens verlangen naar vrijheid,’ herinnert ze zich, ‘maar ik zat in een kleine, besloten kamer. Dus moest ik begrijpen hoe ik vrij kon zijn binnen die beperking.’ Die spanning tussen begrenzing en vrijheid vormt nog altijd het fundament van haar werk. Op de middelbare school vroeg ze een lokaal om te repeteren, choreografeerde ze andere meisjes en vond in dat proces een eigen aanpak. Dankzij een welwillende studiebegeleider kreeg ze zelfs toegang tot een kleine theaterzaal en een bescheiden budget voor kostuums. ‘Die jaren waren erg vormend: ik ontdekte het podium, de relatie met het publiek en verfijnde mijn werk steeds meer.’

2526 BVS Portret Nacera Belaza Rites La Valse Nacera Belaza c Koen Broos 6558 OBV
© Koen Broos

‘De grootste wens van mijn ouders was hun kinderen de mogelijkheid geven om te studeren. Daarom ging ik naar de universiteit in plaats van een dansschool. Ik koos voor literatuur en film.’ Ondertussen bouwde Nacera Belaza, autodidacte als performer en choreografe, gestaag aan haar pad. Met hulp van het CROUS – een Franse organisatie die studenten onder meer op cultureel vlak ondersteunt – kon ze haar eerste kleinschalige voorstellingen realiseren. ‘Een belangrijk kantelmoment kwam toen de directeur van de Scène nationale de Reims (nu Le Manège) me uitnodigde om een creatie te maken voor zijn theater.’

De gemeenschappelijke adem

‘Op dat moment begreep ik dat al die kleine voorstellingen die ik had gemaakt, voorstudies waren geweest’, vertelt Belaza. ‘Voor een choreografische creatie is haast een microscopische precisie nodig.’ Die bewustwording betekende ook een breuk met haar vroegere manier van werken. ‘Mijn focus verschoof van de puur fysieke beweging van de danser naar het innerlijke: de adem, het bewustzijn.’ Ze creëerde een duet voor zichzelf en haar zus Dalila: Périr pour de bon (1995). Het markeerde een periode van transitie: Belaza verruilde Reims voor Parijs, waar ze opnieuw een duet creëerde, Point de fuite (1997). ‘Ik presenteerde het tijdens een klein festival voor opkomende gezelschappen. Toevallig zat Michel Sala, directeur van het Centre National de la Danse, in het publiek. Hij nodigde me uit het werk in zijn kunstencentrum te tonen – een beslissend moment in mijn ontwikkeling.’


Le Cri (2008) © Laurent Philippe | Le Cercle (2019) © Zed | Point de fuite 1997

Nacera Belaza bleef zoeken naar een dieper artistiek principe. ‘Tot dan had ik het idee dat een voorstelling uit verschillende delen moest bestaan, dat ik de dans als het ware moest uitdenken. Maar ik voelde dat dat niet genoeg was’, herinnert ze zich. ‘Ik wilde niet dansen om mijn lichaam te onderwerpen aan mijn intellect. Is het lichaam onderworpen aan het denken, of kan het juist toegang geven tot een grotere vrijheid? Dat was een vraag die ik intuïtief onderzocht.’ In de jaren 2000 zette Belaza haar onderzoek verder. Een beslissend moment volgde in 2006, toen ze in het Institut du Monde Arabe in Parijs een groep traditionele dansers en zangers zag optreden. ‘Hun relatie met het publiek was van een totaal andere aard – geen representatie, maar gemeenschap, een gedeelde aanwezigheid.’ Die openbaring vormde het vertrekpunt voor Le Cri (2008), het werk waarmee ze internationaal doorbrak en een nieuw hoofdstuk in haar artistieke zoektocht opende.

Herhaling ontgrendelt het denken

‘Door die traditionele Arabische zang en dans begreep ik dat herhaling essentieel is: ze ontgrendelt het denken, verdiept de band met het publiek en opent de weg naar een innerlijke verbeelding.’ Voor Belaza werden zich steeds herhalende, cirkelvormige bewegingen om de eigen as een essentieel choreografisch middel. ‘Repetitieve beweging brengt onvermijdelijk een vorm van circulariteit met zich mee’, zegt ze. ‘Wat me daarin fascineert, is dat herhaling geen repetitie is, maar een verdieping – een afdaling in jezelf. De cirkel is de enige manier om het oneindige te benaderen binnen de grenzen van een eindig lichaam en een eindige ruimte. Ik begon te begrijpen dat het lichaam niet alleen bewegingen kan uitvoeren, maar ook de ontvanger kan zijn van krachten en bewegingen die het puur fysieke overstijgen. Alles wat ik me kan inbeelden, moet zich in het lichaam kunnen manifesteren. Dit onderzoek voor Le Cri was een keerpunt. ‘Ik stopte met “choreografie” in de klassieke zin.’

Een nieuw besef in het verlengde van dit artistieke onderzoek ontstond toen Nacera Belaza haar eigen lichaam onder de loep nam: ‘Ik vroeg me af: hoe kan ik van mijn lichaam, waarin ik zelf woon, een neutraal instrument maken, zoals een wit vel papier in andere kunsten, een plek van alle mogelijkheden?’ Door het lichaam te observeren en te analyseren ontdekte ze hoe verdeeld het eigenlijk is. ‘Hoofd en lichaam, armen en benen – elk deel heeft zijn eigen functie. De zoektocht naar eenheid werd voor mij een manier om het lichaam opnieuw te stemmen, om de delen te verbinden tot een coherent geheel.’ Het idee van het ‘witte blad’ groeide uit tot een bredere artistieke en existentiële visie. ‘Na verloop van tijd merkte ik dat die eenheid zich kon uitbreiden: naar de ruimte rondom, het geluid, het licht én naar het publiek. Zo ontstond voor mij de mogelijkheid tot een soort amplificatie van eenheid.’


Als Nacera Belaza spreekt over haar artistieke taal, benadrukt ze dat haar werk verder reikt dan een dialoog met haar roots. ‘Ik voelde al vroeg de behoefte om een taal te ontwikkelen die niet enkel verbonden was aan mijn persoonlijke geschiedenis of afkomst’, zegt ze. ‘Ik ben altijd gefocust op wat universeel is – op wat mensen met elkaar delen.’ Toch blijft haar achtergrond onvermijdelijk aanwezig als een stille bron van inspiratie. ‘Elke zomer bracht ik tweeënhalve maand door in de bergen bij Médéa – van het einde van het schooljaar in Frankrijk tot het begin van het nieuwe’, vertelt ze. ‘In de jaren tachtig was er op het platteland nog geen elektriciteit, dus was er veel duisternis. Die donkerte werd een grondstof voor mijn verbeelding. Want wat je niet ziet, moet je je voorstellen.’


Le Cercle 2 Photo by Zed
Le Cercle © Zed

In die stilte hoorde ze van ver trommels uit naburige dorpen – geluiden die, zegt ze, ‘diepte en afstand opriepen, een klanklandschap vol lagen.’ Die vroege ervaringen vormen nog steeds de kern van haar werk. ‘Ik besef dat ik nog altijd op zoek ben naar die eerste indrukken, die sensorische herinneringen’, zegt Belaza. ‘In elk van mijn stukken probeer ik iets op te roepen van het onzichtbare en het niet-uitgesprokene, iets dat ons allemaal doorkruist.’

‘Ik ervaar muziek als een landschap – niet als een ritme waaraan ik me moet onderwerpen’

– Nacera Belaza

La Valse als ritueel

Voor haar nieuwste productie La Valse bij Opera Ballet Vlaanderen werkt Nacera Belaza voor het eerst met symfonische muziek, terwijl ze meestal zelf de soundscapes voor haar voorstellingen maakt. ‘Ik ervaar muziek als een materie, een landschap, een onderdeel van een verbeelding – niet als een ritme waaraan ik me moet onderwerpen.’ Belaza legt uit dat dans en muziek pas echt samenkomen wanneer de danser in dialoog treedt met de muziek. ‘Zolang het lichaam zich aan de muziek onderwerpt, verliest het zijn stem. Daarom zie ik muziek als een donker landschap waarin de danser zich beweegt, niet als een heldere cadans die hij moet volgen.’

De kunst die Belaza nastreeft, is bedoeld als een gemeenschappelijk ritueel tussen performer en toeschouwer. ‘We leven op een manier die in wezen niet menselijk is’, zegt ze. ‘Het spirituele deel van ons bestaan wordt weggedrukt ten gunste van verstand en materie. Maar mensen blijven verlangen naar meer. Dat blijkt al uit het feit dat ze nog steeds naar theaters gaan, nog steeds zoeken naar iets dat hen verbindt met iets groters.’ In haar werk is het publiek altijd een cruciale partner geweest. Belaza legt uit dat ‘als je zoekt naar een vorm van gemeenschap, van werkelijke verbinding, je niet alleen jezelf moet willen kennen, maar ook de ander. Het publiek is geen passieve toeschouwer. Het gaat steeds om een uitwisseling van energie.’ Voor Belaza vormt deze relatie met het publiek een verlengstuk van haar artistieke zoektocht: een voortdurende dialoog waarin performer, muziek, licht en ruimte samenkomen om iets te creëren dat verdergaat dan louter waarneming. ‘Het is een werk waarin elk element, inclusief de toeschouwer, mee kan bewegen in een subtiel ritueel.’

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons