Aida
Giuseppe Verdi

In de oude faraostad Memphis hangt er spanning in de lucht. De eeuwige vijand Ethiopië staat op het punt het land binnen te vallen, tempelpriesters trekken zich terug om de legeraanvoerder aan te duiden, een naamloze koning ondergaat passief de gebeurtenissen, maar geniet van zijn macht. Binnen de muren van het paleis wordt een erotiserend, gevaarlijk spel gespeeld tussen twee vrouwen en een man. Aida, Ethiopische slavin van de koningsdochter Amneris, en Radames, de jonge succesrijke Egyptische legeraanvoerder, houden van elkaar. Een verboden liefde, een gevaarlijke liefde ook, want Amneris droomt eveneens van een leven aan de zijde van de jonge officier. Bovendien is de explosieve politieke situatie niet bevorderlijk voor amoureuze escapades. Politiek en staatsbelang komen oog in oog te staan met persoonlijke passies en vendetta’s. Wat oorlog en liefde met mensen kunnen doen.
Verdi aanvaardde met Aida de meest exotische compositieopdracht uit zijn carrière. Voor het libretto baseerde hij zich op een tekst, geïnspireerd op Egyptische bronnen, van de wereldberoemde Franse egyptoloog Mariette, die ook de decor en kostuums ontwierp voor de creatie in Cairo. De opera was een bestelling van de Khedive van Egypte om de opening van zijn nieuwe opera in Cairo te vieren. In Aida zet Verdi de omvorming van de grand opéra, die hij reeds in Don Carlos exploiteerde, verder in de richting van een muzikaal drama. De intimiteit waarin de emotionele en psychische conflicten tussen de hoofdpersonages worden getoond staat in sterk contrast met de monumentaliteit van ronkende triomftochten en plechtstatige tempelrituelen. In Aida creëert Verdi één van zijn donkerste werken waarin de grandeur van de orkestklank overwoekerd wordt door het fatale lot van de individuele personages.