- Opera
- Seizoen 25/26
Opera als politiek gebaar
door Marjorie Bertin / Foto portret door Leo Aversa, wo 7 mei 2025

In haar werk verkent Christiane Jatahy steeds opnieuw de relatie tussen realiteit en fictie, acteur en personage, theater en cinema, en dat alles met een intense aandacht voor de ander. Met haar regie van Nabucco van Verdi toont de Braziliaanse het ‘huidige dat overloopt van het oude verhaal’ en hoe thema’s als ballingschap en onderdrukking ons allen vandaag ook aangaan.
Ze is een van de briljantste artiesten van de hedendaagse kunstenscène. Of ze zich nu laat inspireren door een film (in haar voorstelling Entre chien et loup, naar Dogville van Lars von Trier) of een epos (Notre Odyssée, naar Homerus), een film improviseert waarin ze de acteurs via sms’jes in realtime aanstuurt (A falta que nos move) of Nabucco van Verdi aanpakt: het werk van Christiane Jatahy vertolkt een instinctief verlangen om de anderen tegemoet te treden. Doel is steeds een reflectie uit te lokken over hun heden en verleden. Zo wordt iedere creatie van Christiane Jatahy een intens politiek en artistiek gebaar, waarbij schoonheid ten dienste staat van het menselijke en een sterk gevoel van het collectief aanwezig is. In 2022 ontving Christiane Jatahy de Gouden Leeuw op de Biënnale in Venetië voor haar gehele theatrale oeuvre. In 2024 was ze artist in residence op het Holland Festival.
Feit & fictie
Christiane Jatahy werd geboren in 1968 in Rio de Janeiro, tijdens de militaire dictatuur in Brazilië (1964-1985). Van kinds af wilde ze groepsprojecten opzetten en bedacht ze ensceneringen en decors voor de verjaardagsfeestjes van haar vriendjes. Haar vader, die als politiek militant actief was, was vaak afwezig in haar jeugd en dus werd ze grotendeels opgevoed door haar moeder en grootmoeder. Het verklaart waarom haar voorstellingen zo prominent door het vrouwelijke perspectief getekend zijn.
In Conjugado, haar eerste opvallende regie uit 2004, plaatste ze een vrouw op de scène die in haar eentje in de dagelijkse banaliteit leeft. De voorstelling bevatte al alle fundamenten van haar latere oeuvre: in haar werk verkent Christiane Jatahy steeds opnieuw de relaties tussen fictie en werkelijkheid en tussen theater en het leven.
Ze heeft een voorliefde voor grote verhalen en houdt ervan grenzen overboord te gooien, zowel op het toneel als politiek. Ze maakt zich meester van aloude mythen en beroemde teksten, transformeert en vergroot ze om onontgonnen betekenislagen te onthullen. Die brengt ze op een verfijnde en gevoelige manier – hedendaags – tot leven.
Steeds weer grijpt ze terug naar het medium van de film. In 2014 creëerde ze What ever if they went to Moscow, gebaseerd op het toneelstuk De drie zusters van Tsjechov. Dat speelde in een onbekende stad in Brazilië. Jatahy gaf het publiek de kans om twee voorstellingen in één bij te wonen: een deel van de toeschouwers bekeek het stuk live in de zaal, terwijl de rest de voorstelling volgde in realtime geprojecteerd op groot scherm, ‘zoals in de cinema’. Toch gebeurde alles ‘alsof het leven en het theater uit dezelfde materie bestaan’, om het met de woorden van een van haar belangrijkste actrices, Julia Bernat, te zeggen.
Christiane Jatahy maakt zich meester van aloude mythen en beroemde teksten, transformeert en vergroot ze om onontgonnen betekenislagen te onthullen
De vreemdeling
In 2017 maakte Jatahy voor de Comédie-Française van La règle du jeu van Jean Renoir een adembenemende voorstelling waarin de acteurs niet alleen op het podium speelden, maar ook in alle verborgen ruimtes van het eerbiedwaardige gebouw in Parijs. Daarbij werden ze live gefilmd door camera’s en ook die scènes liet Jatahy direct op de scène zien. Voor Entre chien et loup uit 2021 nam ze dan weer de iconische film Dogville van Lars von Trier als vertrekpunt om de thema’s van fascisme en ‘de vreemdeling’ vandaag te onderzoeken, wat een ander terugkerend thema in haar werk is.
De figuur van de vreemdeling staat ook centraal in haar tweeluik over ballingschap, Notre Odyssée, met Ithaca uit 2018 en O agora que demora (Het nu dat tijd nodig heeft) uit 2019. Het eerste luik plaatst het epos van Odysseus naast de verhalen van migranten vandaag die met gevaar voor eigen leven de Middellandse Zee oversteken. Voor het tweede luik draaide Jatahy een documentaire in Palestina, Libanon, Zuid-Afrika, Griekenland en de Amazone, die ze vervolgens op de scène toonde. Het was een emotionele en humanistische creatie waarin Jatahy voor oorlog gevluchte bevolkingsgroepen een stem gaf, en daarmee het debat opende. Feit en fictie werden op ontroerende wijze en met een subversieve virtuositeit vermengd. Het tweeluik bouwde verder op het documentaire proces dat ze was begonnen in 2013: toen al richtte ze zich tot vluchtelingen en liet hen aan het woord, wat in 2018 leidde tot de politieke film Utopia.doc.
De creaties van Christiane Jatahy gaan over de vraag naar de plaats van het individu in de samenleving. In haar Hamlet liet ze de titelrol door een vrouw spelen om zo onze relatie met het patriarchaat ter discussie te stellen. Haar eerste internationale succes kwam met Julia (2012), gebaseerd op August Strindbergs Freule Julie, waarin Jatahy het naturalistische toneelstuk verplaatste naar de rijke wijken van Rio.
Fidelio en Nabucco
Het is geen verrassing dat haar eerste operaregie Fidelio werd, in het Teatro Municipal van Rio de Janeiro in 2016. Beethovens enige opera is beroemd om het gevangenenkoor, dat zingend droomt van vrijheid, en om de intrige waarin een vrouw verkleed als assistent-bewaker in een gevangenis gaat werken. Haar doel is haar man te bevrijden die gevangen werd genomen door een wrede politieke vijand.
Als echo hierop klinkt Va pensiero, het lied van de Hebreeën die tot slaaf gemaakt werden door de Assyriërs in Nabucco, de tweede opera die ze regisseert. Met dit werk uit 1841 onderstreepte Verdi zijn engagement voor het Italiaanse volk en de eenwording van zijn land. Voor Jatahy opent de opera nieuw terrein om de diepmenselijke thema’s te verkennen die door elk van haar werken lopen. De Milanezen, die bezet waren door de Oostenrijkers, herkenden zich in de onderdrukking van het Joodse volk. Christiane Jatahy geeft hier een hedendaagse interpretatie aan, die een link legt met het werk dat ze eerder deed met vluchtelingen in Libanon en Palestina. De vragen over onderdrukking en het collectief zijn alomtegenwoordig in haar Nabucco. Ze legt nadruk op de groepen van personages en zet filmische technieken in om de grenzen tussen de scène en de zaal op te heffen.
Terwijl de zangers zingen worden ze tegelijk gefilmd en dat wordt groot geprojecteerd. Zo verschijnen de personages, ook in hun soloscènes, zelden alleen. Dit effect wordt versterkt door de koren die anoniem tussen het publiek, tussen de rijen in en op de balkons zitten. Daarnaast creëren twee grote spiegels die een groot deel van het toneel beslaan, extra diepte. De personages, die uit de vier hoeken van de wereld lijken te komen, worden erin vermenigvuldigd als het ware, gekleed in hedendaagse of tijdloze kostuums. Dat alles draagt bij aan het krachtige gevoel dat dit ‘huidige dat overloopt’ van het oude verhaal van Nabucco ons allen aangaat: de problematiek van ballingschap en onderdrukking is universeel.
NABUCCO © GTG / Carole Parodi en HAMLET, DE SINGEL © Simon Gosselin
Antwerpen
Nabucco
Giuseppe Verdi
