Katharina Schlipf
De Duitse Katharina Schlipf werd geboren in Rottweil. Ze studeerde kostuum- en decorontwerp bij Martin Zehetgruber en Werner Pick aan de Staatliche Akademie der Bildenden Künste in Stuttgart. Daar studeerde ze in 2010 cum laude af met Projekt Danton naar Georg Büchners Dantons Tod.
Sindsdien werkt Schlipf freelance als kostuum- en decorontwerpster. Ze heeft al sinds 2010 een erg vruchtbaar artistiek partnership met Demis Volpi, choreograaf in residentie bij het Stuttgarter Ballett. Hun eerste samenwerking kwam er voor Karneval der Tiere, een werk dat ze creëerden voor de John Cranko Schule in Stuttgart. Daarna volgden decor- en kostuumontwerpen voor volgende producties van Demis Volpi: Capricen (2011) voor het Badisches Staatsballet; Little Monsters, dat in première ging op de Erik Bruhn Competition in Toronto, Canada; Private Light (2011) gecreëerd voor het American Ballet Theatre in New York; Hypnotic Poison (2012) voor Ballet Augsburg en Aftermath (2014) voor het Stuttgarter Ballett. Ook voor Volpi’s eerste avondvullende ballet - Krabat (2013) - zorgde Schlipf voor het decor- en kostuumontwerp. Het werd één van de grootste successen van het Stuttgarter Ballett in de laatste twintig jaar. Schlipf stond ook in voor decor en kostuums voor Demis Volpi’s eerste operaregie Fetonte (van Niccolò Jommelli) voor de Winterfestspiele Schwetzingen.
Ze werkte ook intensief samen met operaregisseur Lydia Steier, voor wie ze decors ontwierp voor producties als Verdi’s Aida (2011) in Heidelberg, Händels oratorium Saul (2011) voor het Staatstheater Oldenburg, Franz von Suppé’s operette Fatinitza (2012) voor het Staatstheater Mainz, Richard Strauss’ Ariadne auf Naxos (2014) voor het Konzerttheater Bern, Benjamin Brittens Albert Herring (2014) voor de Komische Oper Berlin. Voor Steiers productie The Fairy Queen van Henry Purcell (2013) in Theater Regensburg ontwierp Schlipf de kostuums.
Daarnaast tekende ze ook voor de decors en kostuums van I invented Karl May, geregisseerd door Thomas Schadt voor de Ludwigsburger Schlossspiele in 2011 en, in datzelfde jaar, voor de decors van het komische programma Spätschicht op de Duitse zender SWR.
Sindsdien werkt Schlipf freelance als kostuum- en decorontwerpster. Ze heeft al sinds 2010 een erg vruchtbaar artistiek partnership met Demis Volpi, choreograaf in residentie bij het Stuttgarter Ballett. Hun eerste samenwerking kwam er voor Karneval der Tiere, een werk dat ze creëerden voor de John Cranko Schule in Stuttgart. Daarna volgden decor- en kostuumontwerpen voor volgende producties van Demis Volpi: Capricen (2011) voor het Badisches Staatsballet; Little Monsters, dat in première ging op de Erik Bruhn Competition in Toronto, Canada; Private Light (2011) gecreëerd voor het American Ballet Theatre in New York; Hypnotic Poison (2012) voor Ballet Augsburg en Aftermath (2014) voor het Stuttgarter Ballett. Ook voor Volpi’s eerste avondvullende ballet - Krabat (2013) - zorgde Schlipf voor het decor- en kostuumontwerp. Het werd één van de grootste successen van het Stuttgarter Ballett in de laatste twintig jaar. Schlipf stond ook in voor decor en kostuums voor Demis Volpi’s eerste operaregie Fetonte (van Niccolò Jommelli) voor de Winterfestspiele Schwetzingen.
Ze werkte ook intensief samen met operaregisseur Lydia Steier, voor wie ze decors ontwierp voor producties als Verdi’s Aida (2011) in Heidelberg, Händels oratorium Saul (2011) voor het Staatstheater Oldenburg, Franz von Suppé’s operette Fatinitza (2012) voor het Staatstheater Mainz, Richard Strauss’ Ariadne auf Naxos (2014) voor het Konzerttheater Bern, Benjamin Brittens Albert Herring (2014) voor de Komische Oper Berlin. Voor Steiers productie The Fairy Queen van Henry Purcell (2013) in Theater Regensburg ontwierp Schlipf de kostuums.
Daarnaast tekende ze ook voor de decors en kostuums van I invented Karl May, geregisseerd door Thomas Schadt voor de Ludwigsburger Schlossspiele in 2011 en, in datzelfde jaar, voor de decors van het komische programma Spätschicht op de Duitse zender SWR.