Now Playing: Tempus Fugit / FUTUR PROCHE

Bij Now playing-voorstellingen voorzien we extra omkadering op maat van je klas: een online educatief platform waarmee je met je klas aan de slag kan gaan en een inleiding afgestemd op de leeftijd en leefwereld van de leerlingen. Op deze manier wordt er op bepaalde thema’s ingezoomd en wordt het mogelijk om na of voor de voorstelling met de leerlingen aan inhoudelijke verdieping te doen. Een aantal voorstellingen zijn te bekijken aan een gunstiger tarief. Alles voor een memorabele avond met je klas.

Eerste foto

Opera Gent

donderdag 24 november 2022 om 20:00u

Ontdek Tempus Fugit / FUTUR PROCHE

Thema

Tempus Fugit en FUTUR PROCHE vormen een tweeluik binnen deze voorstelling. Op het eerste zicht lijken de twee balletten niet bij elkaar te passen, maar in essentie zijn ze twee zijden van dezelfde munt: beiden balletten stellen tijd centraal, maar de ene focust op de verleden tijd en de ander op de toekomende tijd. Tempus Fugit kijkt namelijk terug op gebeurtenissen en momenten, terwijl FUTUR PROCHE vooruit kijkt.

De Latijnse benaming Tempus Fugit staat voor de tijd die vliegt. Choreograaf Johan Inger toont met zijn dans hoe een koppel omgaat met het verliezen van een geliefde en focust op de verschillende rouwfasen die daarmee gepaard gaan: ontkenning, woede, angst, rusteloosheid, die uiteindelijk uitmondt in acceptatie. De voorstelling toont de emoties van terugverlangen en vooruitgaan in een choreografie die uitgevoerd wordt in paren. Dat de tijd vliegt, wordt geïmpliceerd door de verschillende dansers die datzelfde verliefde koppel voorstellen, maar dan in flarden van herinneringen. Daarnaast geven de bewegingen hetzelfde verloop van de tijd weer doordat de dans met de klok mee wordt uitgevoerd.

TF

De titel van FUTUR PROCHE geeft in eerste instantie weer dat het thema te maken heeft met de ‘nabije toekomst’. Dat maakt ook dat er geen lineair verhaal is, want wanneer we nadenken over de toekomst zijn er steeds verschillende scenario’s die door onze gedachten stromen. Choreograaf Jan Martens laat deze verschillende scenario’s ook zien en denkt bijvoorbeeld na over wat het ballet van de toekomst zou kunnen zijn. Zo dansen de dansers vooral in groep en schijnt hun eigenheid door in hun bewegingen. Betekent dit dan dat de hiërarchie binnen een balletgezelschap verdwijnt en dat er daarom geen solo’s of duetten meer zullen zijn? Ook de muziek is een weerspiegeling van de toekomstige kunst. Martens geeft bijvoorbeeld meer aandacht aan hedendaagse componisten: vijf van de zes leven nog. Er is ook een mooie balans tussen een mannelijke en vrouwelijke componisten. Het ballet zet ons ook aan tot nadenken, want zoals we nu leven, ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. Ondanks de alarmering bij de opwarming van de aarde blijven we consumeren en uitstoten. Komen we nog in actie? Of blijven we onze tijd verspillen en niets doen? Wat kies jij?

Opdracht
  1. Wat betekent rouwen voor jou?

  2. Is er een voorbeeld uit onze maatschappij waar wij voor in actie zouden moeten komen? En doen we dat ook of verspillen we onze tijd?

Dansers FP

Muziek

In Tempus Fugit is de Chaconne van Johann Sebastian Bach het centrale muziekstuk. De chaconne als begrip was oorspronkelijk een Spaanse dans ontstaan aan het eind van de zestiende eeuw. Sinds de barokperiode (de periode waarin Bach een centrale rol speelt) wordt deze muzikale vorm niet meer zozeer geassocieerd met een dans, maar heeft het een ernstiger karakter. Een andere karakteristiek is de herhalende baslijn waarbij steeds bij elke herhaling iets aangepast wordt of variëert. Deze variaties passen bij het thema van rouwen waar het koppel de verschillende fasen moet ondergaan. Bach componeerde zijn Chaconne tussen 1718 en 1720, waarna het een van de bekendste chaconnes in de muziekgeschiedenis werd. Inger gebruikt oude muziek, maar laat het wel uitvoeren op een moderne piano. Het verhaal dat in de dans wordt voorgesteld over verloren liefde komt ook terug in de muziek van Bach. De componist zou naar men zegt zijn Chaconne hebben gecomponeerd om het verdriet te verwerken na de dood van zijn vrouw. Hoewel we niet zeker zijn of dit verhaal klopt, heeft het de choreograaf wel geïnspireerd bij de creatie van Tempus Fugit.

Piano

In FUTUR PROCHE voorziet choreograaf Jan Martens dans op hedendaagse klavecimbelmuziek uit de afgelopen 40 jaar. Zijn voorliefde voor dit instrument is ondertussen duidelijk: FUTUR PROCHE is al zijn derde voorstelling met begeleiding op klavecimbel. De klavecimbel was populair tijdens de renaissance (ca.1400-1600) en barokperiode (ca. 1600-1750) en is eigenlijk de voorloper van de piano zoals we die nu kennen. In FUTUR PROCHE wordt het instrument opnieuw centraal gesteld. De klavecimbel klinkt anders dan de piano: de piano is gebaseerd op een systeem waarbij hamertjes de snaren aanslagen waardoor het geluid ‘ronder’ klinkt. Bij de klavecimbel wordt er geluid geproduceerd door indirect via de toetsen op de snaren te tokkelen (vergelijkbaar met de gitaar). Daarnaast verschillen ze ook qua uiterlijk: de piano heeft witte met zwarte toetsen en de klavecimbel zwarte met witte toetsen.

De componisten van de muziek die Martens gebruikt, spelen met het dubbelzinnige instrument. De metaalachtige klank van de eeuwenoude klavecimbel doet een beetje denken aan elektronische muziek. Dit inspireerde componisten om in enkele werken de klank te combineren met elektronica. Over het algemeen is de muziek soms ingewikkeld om te volgen. Zo is er geen duidelijke melodie, komen er veel maatwisselingen voor... Maar door de combinatie van muziek en maakt Martens de muziek veel toegankelijker. ‘Het doel van FUTUR PROCHE is opnieuw te tonen dat het klavecimbel veel meer kan dan je denkt en echt bloedmooi en ongelooflijk avontuurlijk kan zijn', aldus de choreograaf.

Klavecimbel

Opdracht

Bekijk het filmpje en maak kennis met de klankkleur van de klavecimbel.

Choreografie

Ingers choreografie krijgt vaak de beschrijving dat het goed doordacht is. Tempus Fugit is hier opnieuw een voorbeeld van. Elke beweging en elke ontwikkeling representeert een idee, een zoektocht en zelfs inzicht in de menselijke natuur binnen het thema van rouwen. Inger zegt nog: ‘De Chaconne is zo’n iconisch muziekstuk dat het enerzijds soms voelt alsof ze dicteert wat moet gebeuren op de scène. Anderzijds lijkt het voortdurend alsof je nog van alles in de muziek kan en moet ontdekken. Ik heb het gevoel dat mijn choreografie, wanneer ik de muziek volg, écht muzikaal moet zijn.’

In FUTUR PROCHE laat Martens de dansers zoeken naar hun eigen identiteit en bewegingsruimte in zijn dans. Hij is van mening dat lichamen kunnen communiceren en iets te vertellen hebben. In zijn dans hergebruikt hij bestaande bewegingen die hij zodanig kneedt tot er iets nieuws gevormd wordt. Zo stelt hij zichzelf bijvoorbeeld de vraag hoe de grand plié er in de toekomst zal uitzien. Eerder werd al vermeld dat Martens gebruik maakt van complexe muziek, maar dat de fusie van muziek en beweging het geheel in balans brengt. Maar het instuderen van de dans met de muziek gebeurde niet van de ene dag op de ander. Om hun bewegingen synchroon te krijgen met de muziek moesten de dansers de composities uit hun hoofd leren. Het repetitieproces is dan ook atypisch omdat de dansers met de partituur in de hand hebben gedanst om alle lastige passages in de muziek te onthouden.

Opdracht
  1. Aan welke bewegingen en uitdrukkingen denk jij bij rouwen?
  2. Denk na over drie bewegingen die jouw identiteit typeren.
TF 4
Bank

Enscenering

De witte, centrale belichting in het midden van de scène bij Tempus Fugit wekt een sombere en tegelijkertijd mysterieuze sfeer op. De dans staat centraal, maar toch kan Inger met kleine verandering aan het decor extra steun bieden aan het verhaal, door bijvoorbeeld het licht te laten opstijgen en rozen die uit de lucht te doen vallen. De pianiste niet zichtbaar op scène, opnieuw om vooral aandacht te brengen naar het verhaal dat door pure bewegingen verteld wordt.

In FUTUR PROCHE ligt de focus op collectiviteit en de gemeenschap. Dat betekent dat iedereen erbij hoort dus ook de kinderen en de klavecimbel, het belangrijkste decorelement. Daarnaast staat ook een lange bank op scène die de vragen ‘Komen we in actie? Of blijven we niets doen?’ uit de thematiek extra in de verf zetten. Op een bank komen mensen samen. En waar veel mensen samenkomen kunnen bijvoorbeeld revoltes ontstaan. Maar wanneer niemand actie onderneemt kan de bank ook symbool staan voor het passief verspillen van onze tijd. Net zoals de dansers hun eigen identiteit mogen laten doorschijnen in de dans, gebeurt hetzelfde via de kostumering. Ze hebben allemaal een andere kledingstijl om hun eigenheid opnieuw extra in de verf te zetten. De eindscène is dan weer helemaal anders. Nieuwe attributen komen op het podium zoals een grote kuip, emmers etc. Ook de kostumering is anders. Opnieuw een toekomstscenario dat Martens naar voren schuift?

Opdracht
  1. Maak aan de hand van een lichtbron (denk aan een zak-, bureau- of nachtlamp) verschillende sferen. Hoe kan licht voor een sombere sfeer zorgen? Of net voor een warme, gezellige sfeer?

  2. Met welke kledingstijl typeer jij jouw eigen identiteit?

TF 3
Eindscène

Beelden: Filip Van Roe

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons